top of page
  • Laura

Een lesje in nederigheid

Hier volgt een kwetsbaar verhaal, over toch wel een van de meest intense ervaringen van mijn leven. Waarom deel ik dit? Misschien vooral om het te verwerken. Toe te eigenen. Komt 'ie dan.

Ik heb een kind gebaard.

Ik had die bevalling een beetje onderschat, kan ik wel zeggen. Ik had (gelukkig!) allemaal goede voorbeelden gezien en gehoord over bevallen in mijn familie, en was eigenlijk vooral benieuwd. Ik had er zin in, zei ik zelfs. Met vertrouwen in mijn lijf, mijn rust, mijn kracht en mijn support team dacht ik: kom maar door. Ik zucht die baby er wel even uit :)

Mid-juli was het zover. Weeën kwamen, en bleven komen, gingen takkeveel pijn doen, bleven maar komen. ‘Mijn lijf kan dit’, bleef ik mezelf vertellen. ‘Ook dit is een ervaring’, ademde ik er rustig doorheen. Ik was thuis, met mijn geliefde Joost en onze fantastische vroedvrouw, ik zat in bad. En ze bleven komen, die intens pijnlijke pieken. Vaak, maar niet vaak genoeg om een beetje schot in de zaak te krijgen. Uren en uren, de nacht door.


Toen de ochtend aanbrak voelde het niet meer als ‘een interessante ervaring’, maar als overleven. Met de grote grote liefde van mijn partner om me heen zat ik in een eindeloze meditatie waarbij mijn mantra alleen nog maar was: ‘er is alleen nu’, elke keer als er weer zo’n f#!&¥-wee kwam. Er wás ook alleen dat moment, want who knew hoe lang dit nog zou duren. Mijn baarmoedermond leek zich, al dit weeëngeweld ten spijt, niet een beetje behoorlijk te openen. Zo kan er geen baby uit hè.


Een halve dag nadat dit feest begon, in de vroege ochtend, won de pijn het van mijn ego die vond dat ‘ik toch zo goed tegen pijn kon’ en deze baby als een tantrische godin in bad zou baren.

We gingen naar het ziekenhuis (of tenminste, na 1,5 uur bellen en een 40 minuten durende autorit from hell konden we eindelijk terecht in een ziekenhuis in Utrecht). Ik huilde en huilde van opluchting toen we daar waren. Een morfinepompje gaf me pauze van die eindeloos terugkerende pijn. Ik werd weer vrolijk, keerde weer een beetje terug. Even ademen, zodat ik weer kracht had om te gaan persen. Want ja shit dat moest ook nog gebeuren.


Dat was me wat. Die onbedwingbare uitdrijvende fysieke drang in mijn lijf. Niets aan te doen hoor, dat ging maar door. Eindelijk zat er richting aan de weeën. Eruit!

Wat me vooral bijblijft aan dit persen is de overgave eraan. De overgave aan dat ik kapot aan het gaan was. Dat ik mezelf (letterlijk) voelde breken en wist: er is geen andere weg dan deze. Ik moet mezelf toestaan uit elkaar te vallen. Het is de enige manier om dit kindje uit me te krijgen. Het was een beetje sterven. Het lichaam dat ik zo eer en liefheb, moest wijken. Om ruimte te maken voor iets nieuws dat geboren werd. Mijn kindje, maar ook een nieuwe vorm van mij. Een vorm waarin ik moeder ben.


Deze bevalling mensen. Poeh.


Ik had er van alles bij bedacht, en het is helemaal precies iets anders geworden. Alles wat ik me had voorgenomen dat ik ‘toch niet nodig zou hebben’, verwelkomde ik op het moment suprême met open armen. Geef me die pijnstilling. Kom maar door met die weeënopwekkers. Het was een les in nederigheid, deze bevalling. Waar ik vooraf met dedain neerkeek op het ‘niet-natuurlijke’ van de ziekenhuisbevalling, dankte ik dit alles nu op mijn blote knietjes.


Ik kon het niet alleen.


Mijn ego cringet nog steeds als ik dit opschrijf.


En toch was het zo.


Wat wil ik zeggen met dit verhaal? Zit er een wijze les in? Kan ik vertellen over alle manieren waarop mijn ervaring met tantra me heeft geholpen? Ik weet het niet. Het was veel, mooi, groots, klote, een wereldwonder, een car crash. Ik was met vlagen een oermama die alles aankon, soms een huilend klein meisje, soms volledig aanwezig, soms vluchtend van alles. Het is geen verhaal over een orgastische bevalling, ook niet over een traumatisch falen. Het is denk ik vooral een verhaal over totale overgave.

bottom of page